Wat zijn hernieuwbare brandstof eenheden (HBE’s) en hoe kan je ze inboeken, verhandelen en verkopen?

De afhankelijkheid van fossiele brandstoffen heeft geleid tot een aanzienlijk milieuprobleem, waaronder luchtvervuiling en klimaatverandering. Hernieuwbare brandstoffen bieden een veelbelovend alternatief omdat ze uit hernieuwbare bronnen worden geproduceerd en ze vaak een minder schadelijke uitstoot genereren. Een interessant onderdeel hiervan is de hernieuwbare brandstof eenheid ook wel HBE genoemd. Inmiddels, met de vernieuwde richtlijn (RED III) vanuit de EU over hernieuwbare energie, wordt het systeem van HBE-certificaten omgezet naar ERE (Emissie Reductie Eenheden) per 1 januari 2026 voor de gehele mobiliteitssector. Alle informatie in dit artikel is gebaseerd op wat nu bekend is over de ERE’s. Dit kan nog veranderen. In dit artikel bespreken we wat ERE eenheden nou eigenlijk zijn, en hoe en waar je deze kan verhandelen.

Hoe werken emissie reductie eenheden?

Volgens de jaarverplichting uit het Besluit Energie Vervoer moeten bedrijven die fossiele brandstoffen verkopen in Nederland ervoor zorgen dat een vastgesteld deel van hun totale levering afkomstig is uit hernieuwbare energie. Dit heet de jaarverplichting en wordt vervangen door de brandstoftransitieverplichting met ingang van het ERE systeem (2026).

Het systeem van hernieuwbare brandstof eenheden (HBE eenheden) is dus ontworpen om de overgang te stimuleren naar hernieuwbare energie. Per 2026 wordt dit omgezet naar het ERE systeem. Maar wat betekent dit?

Beide types (HBE & ERE) certificaten zijn bedoeld om vervoer te verduurzamen door het gebruik van hernieuwbare energiebronnen aan te moedigen. De kern van het verschil ligt in de nadruk op duurzaamheid. We nemen even door hoe het werkt. Producenten van hernieuwbare energie zoals biogas of biodiesel, zullen in het nieuwe systeem ERE’s ontvangen voor de daadwerkelijke C02 reductie die ze bereiken met hun productie. Ook bedrijven die elektriciteit leveren aan voertuigen, afkomstig uit hernieuwbare bronnen, krijgen ERE’s. De ERE’s worden geregistreerd in het Register Voor Energie (ReV), dat wordt beheerd door de Nederlandse Emissie Autoriteit (NEa). Leveranciers van fossiele brandstoffen zijn verplicht om te voldoen aan de wettelijke standaarden van de brandstoftransitieverplichting voor het inleveren van hun ERE’s. Net als bij HBE’s zijn ERE’s verhandelbaar, bedrijven kunnen ze inkopen of verkopen als ze niet genoeg ERE’s hebben om te voldoen. De leveranciers kunnen ERE’s ook inkopen op de markt als ze niet genoeg hebben.

Wat zijn emissie reductie eenheden?

Emissie reductie eenheden zijn certificaten die bewijzen dat het leveren van energie aan vervoer heeft geleid tot de daadwerkelijke vermindering van C02 uitstoot. Met andere woorden, het zijn bewijzen dat een bepaalde hoeveelheid C02 reductie is bereikt door hernieuwbare elektriciteit of brandstof in plaats van een fossiele brandstof. Ze maken deel uit van de brandstoftransitieverplichting: bedrijven moeten kunnen aantonen dat hun leveringen van energie bijdragen aan het verminderen van de C02 uitstoot in de gehele brandstofketen. Deze verandering komt voort uit het EU-programma dat mikt op 55% vermindering van broeikasgassen. Een belangrijke richtlijn voor de transportsector is RED III (Richtlijn Hernieuwbare Energie of Renewable Energy Directive). RED III (de meest recente versie) verhoogt de hernieuwbare energiedoelen en geeft lidstaten de keuze om te sturen op een minimum aandeel hernieuwbare energie of op een verplicht broeikasgasreductie in de gehele brandstofketen, met een reductie van 14,5% in 2030 ten opzichte van een fossiele referentiewaarde. Nederland heeft gekozen voor het laatste. Dit leidt naar de basis van de verandering. Het ERE-systeem concentreert zich op de gerealiseerde C02-ketenemissiereductie. Het doel is niet alleen het verhogen van het volume hernieuwbare energie, maar ook het stimuleren van de vormen van hernieuwbare energie die de grootste bijdrage leveren aan het verminderen van C02 uitstoot in de transportsector. Het ERE-systeem kan, in vergelijking met het HBE-systeem, effectiever klimaatdoelen bereiken door ERE’s direct te koppelen aan de gerealiseerde C02-reductie.

Hoeveel kan je verdienen met emissie reductie eenheden?

Het grootste deel van de HBE-markt wordt vertegenwoordigd door biobrandstoffen. Maar er ontstaat ook een groeiend besef van de mogelijkheid van elektriciteit als bron voor HBE’s. Nu er steeds meer elektrische voertuigen aan het wagenpark worden toegevoegd, begint het deel HBE’s afkomstig van elektriciteitslevering gestaag te groeien. De manier waarop dit wordt gepresenteerd zal veranderen onder het ERE systeem. In het ERE systeem staat C02-emissie reductie centraal, gemeten van productie tot gebruik van de brandstof. Waar 1 HBE gelijk staat met 1 gigajoule geleverde energie, staat 1 ERE gelijk aan 1 kilogram C02-equivalent (C02eq) aan vermeden ketenemissies. Als basis voor de berekening geldt een Europese referentiewaarde; dit is de gemiddelde C02 uitstoot van de fossiele brandstof die wordt vermeden. Voor de meeste vloeibare en gasvormige brandstoffen is dit 94 gram C02eq per megajoule (g/M/J). Voor elektriciteit (dat benzine en diesel vervangt) is de referentiewaarde vastgesteld op 183 gC02e/MJ. Dit zorgt voor een fundamentele andere berekening voor de opbrengst van elektrisch laden, waarbij de vermenigvuldigingsfactor van 4 onder de berekening van het HBE systeem vervalt. De nieuwe berekening ziet eruit als volgt:

Aantal ERE= levering [kWh] * Aandeel hernieuwbaar [%] * 183 [g/C02eq/M/J] * 3,6 [M/J/kWh]

Binnen de berekening wordt de standaard omrekenfactor aangehouden van 3,6 MJ/kWH om kilowattuur om te zetten naar gigajoule, de eenheid waarin emissiefactoren worden uitgedrukt. De nieuwe formule laat zien dat vermeden C02 uitstoot wordt beloond. Het aantal ERE’s wordt bepaald door de hoeveelheid geleverde stroom, het aandeel hernieuwbare energie daarin en de uitstoot van de fossiele brandstof die ermee wordt vervangen. Net als bij HBE’s moet een rekening worden geopend en een ERE administratie worden bijgehouden om ERE’s te kunnen ontvangen. De ERE eenheden zijn verhandelbaar, waarbij bedrijven die ERE’s nodig hebben die kunnen inkopen.

Een ERE heeft net als een HBE geen vaste prijs en die is ook nog niet bekend. De prijs zal tot stand komen door vraag en aanbod op de markt. 

Hoe werkt het proces van het inboeken van emissie reductie eenheden?

In principe zal het systeem voor het inboeken van ERE’s hetzelfde werken als het inboeken van HBE’S. Als bedrijf moet je geregistreerd zijn bij de relevante autoriteit, zoals de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Bij deze registratie verstrek je jouw bedrijfsgegevens en toon je de capaciteit om hernieuwbare energie te produceren of te verhandelen. Nadat je bedrijf geregistreerd is, begint je bedrijf met de productie van hernieuwbare energie. De productie hiervan wordt zorgvuldig gemonitord en gedocumenteerd. Hierbij worden de gegevens gecontroleerd door onafhankelijke verificatie-instellingen om te bevestigen dat de opgewekte energie ook daadwerkelijk hernieuwbaar is. Als het proces eenmaal is geverifieerd en goedgekeurd kan het bedrijf de ERE’s gaan inboeken. Dit kan via een centraal systeem zoals het Register Energie voor Vervoer (REV). Hier worden de certificaten digitaal aangemaakt en opgeslagen. Elk certificaat bevat informatie over de hoeveelheid en het type hernieuwbare energie. Bedrijven krijgen jaarlijks een inboek verificatieverklaring waaruit blijkt dat de ingeboekte hernieuwbare energie aan alle wettelijke eisen voldoet. De verificateur verwerkt jaarlijks op uiterlijk 30 april de uitkomsten van de inboekverificatie over de inboekingen in het voorgaande kalenderjaar. Alle HBE’s die op 1 mei 2026, bij de afsluiting van het HBE systeem van 2025, nog op een bedrijfsrekening in het register staan, worden automatisch omgezet naar een beginsaldo van ERE’s.

Hoe kan je emissie reductie eenheden verkopen?

Nadat het proces van inboeken van de ERE’s is voltooid, kunnen ze verkocht worden. De prijs zal afhangen van vraag en aanbod op de markt. De vraag komt van brandstofleveranciers die aan hun sector specifieke reductie verplichtingen moeten voldoen en het aanbod van bedrijven die ERE’s genereren door laadstroom in te boeken. De handel zal wel beperkt zijn door de specifieke sector aard van de ERE. Dit komt doordat het ERE systeem veel explicieter gaat werken per transportsector. Bedrijven kunnen onderhandelen over contracten voor de verkoop van ERE’S. Dat kan bij zowel directe verkoop als bij veilingen of makelaars. Alle transacties van ERE’s worden gedocumenteerd en gemeld aan de relevante autoriteit. Zo wordt fraude voorkomen en transparantie gewaarborgd. De NEa controleert regelmatig de transacties en kan sancties opleggen bij onregelmatigheden.

Waar kan je energie reductie eenheden verhandelen?

In principe blijft het systeem voor het verhandelen van HBE’s en ERE’s hetzelfde. Dit betekent dat het verhandelen van ERE’s voornamelijk plaatsvindt op gespecialiseerde platforms waar vraag en aanbod bij elkaar komen. In Nederland zijn er een aantal manieren waar deze handel plaatsvindt.

• Hernieuwbare energie certificaten markten: deze markten zijn specifiek opgezet voor de handel in certificaten, waaronder ERE’s. Hier kunnen leveranciers en producenten van brandstoffen certificaten kopen en verkopen.
• Bilaterale overeenkomsten: als bedrijf kun je ook rechtstreeks onderling een contract afsluiten voor de verkoop of aankoop van ERE’s.
• Veilingplatforms: Soms worden ERE’s ook via veilingen verkocht, hier kunnen bieders bieden op beschikbare certificaten.
• Broker: ook zijn er al tussenpersonen en makelaars die de handel in ERE’s faciliteren door verkopers en kopers samen te brengen.

Heb jij hulp nodig bij het verkopen van je ERE’s? Wij kunnen je daarbij helpen! Neem vrijblijvend contact op met een van onze energie analisten.

Welke types energie reductie eenheden zijn er?

Er zijn verschillende types ERE’s elk met specifieke kenmerken en toepassingen. In het Nederlandse systeem zijn de ERE’s onderverdeeld in verschillende categorieën, elk afhankelijk van het type brandstof en de oorsprong ervan. De types zijn voor elke sector hetzelfde, maar per sector is de brandstoftransitieverplichting (uitgedrukt in percentages) anders. Dit zijn de types:

• ERE-conventioneel: levering van biobrandstof die bestaat uit voedsel en voedergewassen of bijproducten van de productie (restromen).
• ERE-geavanceerd: levering van biobrandstof uit afvalstromen.
• ERE-bijlage IX-B: levering van biobrandstof uit afvaloliën- en vetten.
• ERE-hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong (RFNBO’s): levering van hernieuwbare gasvormige of vloeibare brandstof van niet-biologische oorsprong zoals E-fuels of waterstof. 
• ERE-elektriciteit: leveringen van elektriciteit aan vervoer
• ERE-overig: leveringen van biobrandstoffen van andere grondstoffen die niet komen uit de genoemde categorieën

Voor wie zijn emissie reductie eenheden interessant?

Is het voor iedereen met een laadpaal interessant? In principe blijft het net zoals met HBE’s interessant om ERE’s te genereren met laadpunten. Het blijft ook net zoals HBE’s, rendabel als er veel stroom wordt opgewekt aan voertuigen omdat er kosten verbonden zijn met de registratie ervan en de administratie. Bij HBE’s is het zo dat het het kantelpunt waarbij het interessant wordt, ligt bij een verbruik van ongeveer 150.000 kWh. Dit staat ongeveer gelijk aan laden op eigen locatie van:

• 80 elektrische auto’s of:
• 20 elektrische bestelbusjes of:
• 3 elektrische vrachtwagens.

Met ERE’s is het zo dat het kantelpunt al ligt bij één laadpunt. Het wordt dus al snel  interessant om te kijken naar het generen van een ERE, zeker ook voor particulieren wordt opgewekt door bijvoorbeeld eigen zonnepanelen of winturbines kan dit kantelpunt lager liggen.

Het belang van hernieuwbare energie reductie eenheden?

Dus ERE’s spelen een belangrijke rol in de transitie naar een duurzamere energievoorziening. Ze stimuleren een investering in duurzame technologie. Daarnaast helpen ze landen om te voldoen aan internationale klimaatdoelstellingen door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De handel in HBE’s en vanaf 2026 ERE’s, biedt zowel een economisch als ecologisch voordeel wat weer bijdraagt aan een groenere toekomst.

Het ERE systeem creëert ook interessante nieuwe mogelijkheden voor het generen van ERE’s in andere plekken dan eerst:

• Inboekdienstverleners: dit zijn gespecialiseerde bedrijven die voor andere partijen  het administratieve traject rondom het inboeken, registreren en controleren van ERE’s kunnen overnemen. Dit is voordelig voor kleinere bedrijven met een paar laadpalen of zelfs particulieren met een laadpaal. Onder het HBE systeem was het proces te duur en de administratieve last te groot voor de kleinere spelers. Inboekdienstverleners kunnen de drempel verlagen en zo de deur openen van het generen van meer ERE’s vanuit deze hoek. Dit hangt af van de flexibiliteit, betrouwbaarheid en betaalbaarheid van de dienstverleners. Om dit te waarborgen komt er een jaarlijkse pre-verificatie van de dienstverleners voordat ze hiermee mogen beginnen.
• Mobiele machines: Onder het HBE systeem was het niet mogelijk om elektriciteit in te boeken van bijvoorbeeld elektrische kranen of graafmachines. Onder het ERE systeem is dit wel mogelijk, wat interessant is voor bijvoorbeeld bouwbedrijven of verhuurders van materieel en logistieke knooppunten die overschakelen op elektrisch materieel.
• Thuis laden: het laden van een (zakelijk) elektrisch voertuig via een laadpunt bij de werknemer is niet boekbaar onder het HBE systeem. Onder het ERE systeem kan dit wel. Dit kan een grote markt zijn, maar heeft wel administratieve en technische oplossingen nodig om dit mogelijk te maken.

Wat zijn de nadelen van emissie reductie eenheden?

Hoewel er nieuwe kansen worden gecreëerd door het ERE systeem zijn er een aantal belangrijke aandachtspunten:

• Administratieve last en kosten: Het administratieve proces blijft een complex en dure gelegenheid.
• Technische standaarden: Gedetailleerde meting blijft verplicht, vaak met een MID-gecertificeerde meters per laadpunt of voor een groep laadpunten, waarbij alleen de eigenaar van de netaansluiting waar de oplaadpunten op zijn aangesloten mag inboeken. Een goed backoffice systeem voor laaddata is daarbij vereist.
• Verificatie: Jaarlijkse controle door een onafhankelijke partij zoals DEKRA, Normec QS of Control Union blijft verplicht. De eisen hiervoor worden aangepast aan het nieuwe ERE systeem in 2026.
• Rentabiliteitsdrempel: Omdat er vaste kosten zijn, vooral voor de jaarlijkse verificatie, is ook bij ERE’s een minimaal laadvolume nodig om rendabel te zijn en om het generen en verhandelen van ERE’s interessant te maken. Bij HBE’s lag dit tussen 60.000 en 150.0000 kWh per jaar, afhankelijk van de situatie, bijvoorbeeld of het zelf is opgewekt of niet. Het precieze kantelpunt voor de ERE’s hangt af van de marktprijs en de kosten van de jaarlijkse verificatie door dienstverleners.   

Wat kan Zakelijke Energietarieven voor jouw emissie reductie eenheden betekenen?

Heb jij vragen over emissie reductie eenheden? Of wil je weten of dit voor jou aantrekkelijk is? Neem dan vrijblijvend contact met ons op en wij kijken samen met jou naar wat er mogelijk is. Ook als je hulp nodig hebt bij het verkopen van je reductie eenheden kan je bij ons terecht.